Snel-klaar-actie organiseren
Een snel-klaar-actie brengt instant fun en maakt je leerlingenraad of werkgroep bekender. Deze actie kan er al staan na 2 weken en vereist weinig materiaal. Ideaal dus om op het eind van het schooljaar nog even te knallen, of om in januari snel en met succes de draad terug op te pikken.
Reken op 1 vergadering om de actie uit te denken en nog een korte vergadering enkele dagen voordien.
Vergadering 1: idee bedenken en uitwerken
1. Het zou geweldig zijn als…
Je start de een brainstorm vanuit 1 van deze 2 uitdrukkingen: ‘Het zou geweldig zijn als…’ of ‘Het stoort me enorm dat …’. Vul deze zinnen aan met alles wat in je opkomt. Schrijf elke zin op een afzonderlijke post-it. Alle ideeën zijn goed!
Verzamel alle post-its en kies samen de leukste uitdaging uit om mee verder te gaan.
2. Naughty you!
Bedenk zoveel mogelijk stoute oplossingen voor jullie uitdaging. Laat je fantasie op hol slaan. Alles mag: fout, stout, zot, gemeen, crimineel en not done. Overdrijf zoveel mogelijk, think big. Noteer alle ideeën op post-its.
3. Wow!
Met dit kader (= de COCD-box) verdeel je de post-its met ideeën over drie categorieën. De gele ideeën zijn geweldig, maar niet realiseerbaar op dit moment. De blauwe ideeën zijn wel realiseerbaar, maar nogal gewoontjes. De rode ideeën zijn origineel én realiseerbaar.
Tijdens de vorige oefening hebben jullie hard mogen overdrijven. Veel ideeën zullen dus in de gele categorie terecht komen. Probeer een meer realistische variant daarvan te verzinnen, zodat die een rood idee worden.
HOE?
- Zoom even uit en maak tijd voor de WADISDA?! opdracht. Wat betekent origineel voor jullie? En wanneer is iets haalbaar? Stel voor beide woorden een lijstje op.
- Neem elke blauw idee erbij en toets af met het origineel-lijstje om dit idee te pimpen. Doe hetzelfde voor de gele ideeën en het haalbaar-lijstje.
- Kies vervolgens 1 rood idee uit om in actie om te zetten.
TIP! Geen fan van de COCD-box? Gebruik de impact-matrix eens.
4. 6 W’s en 1 H
En nu de praktische uitwerking. Deze vragen zetten je helemaal op weg:
- WAT: wat houdt je actie in?
- WIE: wie organiseert? Voor wie is de actie bedoeld? Wie gaan jullie om hulp/toestemming vragen? Wie zal welke taak op zich nemen? Wie helpt er mee? Wie ruimt op?
- WAAR: waar in school vindt de actie plaats?
- WANNEER: wanneer vindt de actie plaats? Hoe lang zal de actie duren? Wanneer moet welke voorbereiding gebeuren? Wanneer begin je met de promotie?
- Vraag aan je begeleiders om vooraf een datum te zoeken. Zij kennen de schoolkalender en zo vermijd je een lange discussie. Hou rekening met stages, uitstappen en toetsen. De beste datum is juist niet de vrijdag voor de vakantie maar een dinsdag of donderdag. Want het is veel leuker wanneer iedereen de volgende dag kan napraten over jullie actie!
- WAAROM: wat willen jullie met jullie actie bereiken?
- WAARMEE: welk materiaal heb je nodig? Wie brengt dat mee of vraagt dat aan? Hoeveel geld heb je nodig? Vraag je geld aan de deelnemers?
- HOE: hoe ga je alles organiseren? Hoe ga je promotie maken? Denk op voorhand ook eens na wat er kan mislopen en hoe je dat gaat oplossen.
Gaan jullie echt iets groots ondernemen, zoals een festival of fuif, dan maak je best ook een draaiboek of stappenplan.
Vergadering 2: enkele dagen voordien
Op dit moment overloop je de plannen om te zien wat er nog moet gebeuren. Alle materiaal neem je best al mee op dit moment. Desnoods kan je samen nog kopies nemen, een scorebord knutselen, de radio gaan vragen, … overloop ook de taakverdeling nog eens, zodat iedereen goed weet wat hem te doen staat.
Actie!
Niet alle leerlingen zullen onmiddellijk enthousiast reageren. Maar als je met een kleine groep kan laten zien dat de actie tof is, dan zal de rest wel volgen. Spreek daarom op voorhand wat klasgenoten aan om zeker te komen meedoen. Tijd om te knallen!